Als ik tegenwoordig naar de radio luister, is er meestal weinig anders dan nieuws. Het hoofdonderwerp van de speciale programma's: de bosbranden in British Columbia. Hoewel dit nog maar het begin is van het bosbrandenseizoen, zijn er al meer mensen geëvacueerd dan ooit tevoren in de geschiedenis van British Columbia. Hele snelwegen zijn afgesloten, waardoor reizigers gedwongen worden om te rijden tot wel 800 km.
Maar het een na het ander:
De lente was dit jaar ongewoon regenachtig in de zuidelijke regio's van Brits-Columbia, waardoor het risico op brand groot is. Geen wonder dus dat de branden zich snel verspreidden en al na een paar dagen angstaanjagende proporties aannamen.
Bosbranden zijn eigenlijk niet ongewoon in Canada. Op de snelwegen zie je veel bordjes met de titel: ‘Alleen jij kunt natuurbranden voorkomen’ en daaronder staat een nummer dat de betreffende instantie moet bellen als je brand constateert. Er zijn ook tekenen die aantonen hoe groot het huidige risico op bosbranden is. Afhankelijk van de toestand van de vegetatie kan er een verbod op kampeervuur worden uitgevaardigd - dit is nu het geval in heel British Columbia. Naast de borden die waarschuwen voor branden, kun je ook hele stukken land zien die duidelijk het slachtoffer zijn geworden van bosbranden. Maar dit jaar is het bijzonder slecht, omdat in sommige regio's al weken geen regen is gevallen.
Hoe mensen reageren:
Canada staat bekend om zijn gastvrijheid en openhartige inwoners. Dit is vooral duidelijk in een situatie als deze. De slachtoffers worden met open armen ontvangen door de inwoners van naburige steden en helpen waar ze kunnen. De situatie is fundamenteel niet nieuw, alleen de omvang ervan is beangstigend. Maar veel vluchtelingen doen het verrassend ontspannen: verhalen over hoe ze binnen een paar minuten het huis moesten verlaten, hoe het vuur klonk als een bunsenbrander terwijl de bomen achter het huis brandden, worden vaak met een zekere kalmte verteld – de meeste vluchtelingen daarvan worden verzameld en voorbereid.
Het crisisteam dat verantwoordelijk is voor de natuurbrandbestrijding doet zijn werk goed en er ontstaat dus geen paniek. Universiteiten, sporthallen en parken worden snel omgebouwd tot evacuatiecentra. De lokale bevolking ondersteunt door middel van donaties – bij vrijwel geen enkele kassa in de supermarkt wordt niet gevraagd of u iets aan de brandweer wilt doneren. Ook Canada krijgt steun uit het buitenland: 50 Australische brandweerlieden kwamen per vliegtuig helpen bij de strijd. Zij zijn niet rechtstreeks belast met het bestrijden van de branden, maar ondersteunen eerder de planning en regionale uitvoering van blusplannen.
Maar ondanks alle inspanningen zien de zaken er triest uit in steden als Prins George: rijen mensen buiten kerken en liefdadigheidsinstellingen zijn het duidelijkste teken van de huidige situatie. In sommige gezichten zie je rusteloosheid, angst en zelfs angst; niet iedereen is immers verzekerd en de omstandigheden zijn beslist bedreigend voor hun bestaan.
Wat gebeurt er vervolgens:
Maar zoals bij elke bosbrand komt er uiteindelijk ook een einde aan deze branden. Sommige regio's zijn al opnieuw gedegradeerd en vallen nu niet langer onder de verplichte evacuatie, maar onder de evacuatiewaarschuwing. Dit betekent dat u naar uw huizen kunt terugkeren, maar dat er op elk moment een nieuwe evacuatie kan plaatsvinden.
De schade is tot nu toe redelijk beheersbaar, de brandweer heeft met vliegtuigen, helikopters en grondoperaties het ergste kunnen voorkomen. Op veel plekken is de waterschade veel groter dan de brandschade: het water uit de vliegtuigen is vermengd met een rode substantie die voorkomt dat de tanks gaan roesten – maar daardoor zitten veel huizen inmiddels onder de vieze verf. Zolang de kleurstoffen echter wekenlang niet door de zon worden ingebrand, kunnen ze met water en zeep worden verwijderd – wat in een groot huis uiteraard een tijdrovend proces kan zijn.
Over het algemeen denk ik dat de regio sterker uit de gebeurtenissen zal komen. De solidariteit, de effectieve blussing en de grote professionaliteit die ten aanzien van de branden aan de dag wordt gelegd, zijn tekenen dat de bevolking zich niet zal laten verslaan.
Zoals een Canadees die in een evacuatiecentrum werkte tegen mij zei: "Niemand zal hier verhongeren, wat er ook gebeurt. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen ergens onderdak zal hebben, zelfs na de branden. Dat is Canada. Waar dan ook ter wereld zou ik dat hebben gedaan." Maak je geen zorgen, maar niet hier. We geven om elkaar."